Uitspraak zorgmachtiging

Mw. mr. Dreessen heeft een zaak in behandeling genomen als second-opinion advocaat.

De casus betrof een vrij jonge vrouw die ten gevolge van een zeer ernstig auto-ongeluk op 10-jarige leeftijd, niet-aangeboren hersenletsel heeft opgelopen. De cliënte verbleef al meer dan 20 jaar veelal in jeugdinstellingen alsmede in gesloten instellingen waar zij werd gesepareerd en onderworpen aan dwangmedicatie.

In september 2021 heeft mw. mr. Dreessen deze zaak in behandeling genomen en het dossier bestudeerd. Vervolgens heeft zij op allerlei wijzen getracht om te komen tot een verbetering van het lot van cliënte daar zij ernstig leed onder de genoemde omstandigheden.

Allereerst stuitte mw. mr. Dreessen op een gebrek aan medewerking van de mentor/bewindvoerder van cliënte. Mr. Gelissen, werkzaam bij Dreessen Advocaten verzocht daarom succesvol  en met bekwame spoed, om een wijziging van mentor / bewindvoerder ten behoeve van deze cliënte.

Intussen probeerde mw. mr. Dreessen allerlei verbeteringen voor de cliënte te bewerkstelligen middels een verzoek voorwaardelijk ontslag /verzoek tijdelijke onderbreking verplichte zorg, en een verzoek contra-expertise. Een en ander leidde niet onmiddellijk tot succes.

Daarna werd er door de zorgaanbieder verzocht om verlenging van de zorgmachtiging voor twaalf maanden.

In samenwerking met de nieuwe mentor,  en met de nog vers in het geheugen liggende argumenten,  die in de recente procedures waren behandeld, werd in de laatste zitting waarin de mondelinge behandeling plaatsvond van het verzoek tot verlenging van de zorgmachtiging besloten, dat de zorgmachtiging slechts voor zes maanden werd verleend.

Hierbij is uitdrukkelijk in de beoordeling opgenomen dat de second opinion er moet komen (betrokkene wenste inmiddels geen contra expertise meer vanwege de lange duur), er een neuro psychiatrisch onderzoek moet komen, en dat er verdere stappen moeten worden gezet naar zelfstandig wonen onder begeleiding.

Ook is uitdrukkelijk opgenomen in overweging 2.8 dat de rechter van oordeel is dat het wenselijk is om een second opinion en een neuro psychiatrisch onderzoek te doen teneinde meer duidelijkheid te krijgen, daar dit in het belang van de effectiviteit van de behandeling betrokkene is op de lange termijn. Ook wordt expliciet verwoord dat de  behandelend psychiater van plan is om de mogelijkheden te onderzoeken om de medicatie af te bouwen.

Onder 2.11 stelt de rechtbank vast dat er een second opinion zal worden aangevraagd door de zorgaanbieder, en de zorgverantwoordelijke de machtiging slechts verleend wordt voor zes maanden, en niet voor twaalf maanden.

De rechter stelt dat het recht doet aan de situatie van betrokkene, wanneer deze informatie beschikbaar is en deze wordt betrokken in de beoordeling van het vervolg. Dat betekent dus ook dat indien een nieuwe procedure wordt gestart voor een aansluitende zorgmachtiging, de neuro psychiatrische informatie moet worden meegenomen in de medische verklaring behorende bij dat verzoek.

Het was een mooie beschikking waarmee perspectief ontstaat voor deze vrij jonge persoon om ooit nog een bestaan op te bouwen buiten de gesloten instelling.

De gehele uitspraak kunt u hier lezen.